Het Landais bos, gelegen in het noordwesten is de grootste. Deze bestaat uit zeedennen, eiken en haagbeuken. Het landschap bestaat uit heuvels en valleien waar riviertjes als de Lidoire of de Eyraud doorheen stromen.
In dit massief kunt u de buizerd spotten, maar ook de slangenarend en, voor de geluksvogels onder ons, de zeer zeldzame havik.
In de buurt van Bergerac ligt het bos van Liorac, die gedeeltelijk beschermd is door een regionaal natuurreservaat (beperkt toegankelijk).
Dit bos lijkt op het perigourdine type, waar de kastanje en de eik heersen, die onderdak en voedsel bieden aan vele diersoorten, rode eekhoorn, marters, spechten, zanglijster en grote lijster, wielewaal, bosroofvogels, en zangvogels (mezen, boomklever, boomkruiper); en u zal 's avonds vast de bosuil horen.
De wijngaarden en weiden brengen vele orchidee-soorten onder.
In het oosten, het uitgestrekte bosmassief van La Béssède; een gemengd bosgebied, gedeeltelijk beschermd als kwetsbaar natuurgebied. Een deel hiervan is staatsbos.
Het belang van dit natuurgebied zit hem in de kleine vochtige gebieden, en open gebieden die elkaar overlappen in het bosgebied, waardoor de biodiversiteit in deze streek, zeer gewaardeerd door de streekbewoners, versterkt wordt.
Het kamp van César, boven Cadouin, staat erom bekend dat in de herfst, in de bronsttijd, de roep van het edelhert te horen is.
Tussen Lanquais, Faux en Monsac, bestaat het bos van Lanquais uit loof- en harsbomen.
In de vallei waar de Couzeau stroomt, leeft de zwarte specht; de grootste spechtsoort in Frankrijk.
In de lucht, maakt de buizerd soms plaats voor de slangenarend, de grootste broedroofvogel in Dordogne en vrijwel de enige vijand van slangen hier.