
Een tweeduizend jaar oude stad
Périgueux en zijn omgeving werd al bewoond aan het begin van de mensheid. De eerste stad, genaamd Vesunna (naam van een Gallische godin, wiens rituelen bewaard zijn gebleven door de romeinen) dateert van de 1e eeuw v Chr, toen de romeinen Gallië bezet hielden.
Rond de 10e eeuw ontstond er, op de heuvel met uitzicht op de rivier, rond het heiligdom van Saint Front, een kloostercentrum. Saint Front was een evangelisator in de Périgord en het klooster werd veelvuldig bezocht door pelgrims. Op deze manier ontstond een versterkt dorp van religieuzen, kooplieden en ambachtslieden en het dorp werd een belangrijk punt voor pelgrims op weg naar Santiago de Compostela, op de route naar Vezelay
Het uitzonderlijke van de stad is de opbouw met twee gescheiden centra, ‘la Cité’ (de stad) en ‘le Puy Saint-Front’ (de heuvel van Saint-Front), waar omheen de buitenwijken zijn gebouwd. De plek waar de rivaliteit tussen de twee centra zich, met gevechten, afspeelde was de oude steengroeve (‘tussen-twee-steden’), waar zich nu het plein Francheville bevindt. Onder het bewind van Saint Louis, werd in 1240 een pact gesloten en ontstond de stad Périgueux.

Tijdens de Renaissance bleef Périgueux zich ontwikkelen en werd het een handelsknooppunt in de regio. Noch de opstanden van de boeren, noch de revolutie ondermijnden de commerciële reputatie van de stad. Périgueux is het administratieve centrum van het departement geworden, maar het was met name de aanleg van het spoornet, onder het tweede keizerrijk, dat veel nieuwe inwoners aantrok. In 30 jaar verdubbelde de bevolking bijna.
Hoewel ver verwijderd van de brandhaarden, leed de bevolking van de Dordogne toch onder de gevolgen van de eerste wereldoorlog. De economie moest de oorlog ondersteunen: de spoorweg ateliers werden ateliers ‘voor nationale veiligheid’ en produceerden granaten. (bron: website van de stad Périgueux).

De kathedraal Saint-Front
De geschiedenis van de kerk is verbonden met de legende van Saint Front, die in de 4e of 5e eeuw de Périgord evangeliseerde.
De eerste kerk werd, tussen 500 en 536, gebouwd door de bisschop Chronope. Deze kerk werd rond 845 verwoest door de noormannen. De plek trok steeds meer mensen en de bisschop Frotaire werd in 976, door Hugues Capet, naar Périgueux gestuurd om de grote abdij van Saint-Front te bouwen. Deze abdij is in 1047 ingewijd. De abdijkerk kon niet alle pelgrims naar Santiago de Compostela herbergen en dus werd er, in de 11e eeuw, een koepelkerk bij gebouwd. In 1120 verwoestte een brand het dorp, de oude kerk en een groot deel van de abdij.
In 1525 werd een parochiekerk gebouwd (St-Jean-Baptiste en vervolgens Ste-Anne) aan de Noord-Oostkant, waar zich nu de kapel van de Maagd bevindt. Tussen 1760 en 1764 werden de koepels, die in zeer slechte staat waren, bedekt met een kruisvormig dak dat was bedekt met leien.
De restauratie (of reconstructie) van de kerk, door de architect Paul Abadie, begon in 1852 en nam een halve eeuw in beslag. Hij respecteerde het plan en de volumes van het gebouw, maar herontworp de hele architectuur. (bron: website van de vereniging van vrienden van de kathedraal Saint-Front in Périgueux)